Op 10 februari 1936 stelde de gemeenteraad een aantal straatnamen vast ten behoeve van de nieuwe uitbreidingswijk De Vliert. Door de grote lanen die het Vliertplan doorsnijden en de terreinen voor open bebouwing, werden vier vakken verkregen, die benut zouden kunnen worden om de benaming van de straten groepsgewijs te doen verlopen. De vier groepen en de benaming van de straten zoals die werden voorgesteld, waren: kunsten en wetenschappen, kerkgenootschappen, verdienstelijke werkers voor stad en provincie, en overheid in verband met de inneming van de stad in 1629. Voor de laatste, vierde groep werden namen gekozen voor de drie grote, evenwijdig lopende lanen, te weten Aartshertogenlaan, Ophoviuslaan en Fredrik Hendriklaan. De Frederik Hendriklaan begint bij de Zwijsenstraat en eindigt bij de Aartshertogenlaan. De laan is genoemd naar Frederik Hendrik, wiens naam voor altijd verbonden zal zijn met de omstandigheden uit 1629: de verovering van de stad 's-Hertogenbosch door Staatse troepen onder leiding van deze stadhouder, prins van Oranje Nassau. Het beleg van 's-Hertogenbosch in 1629 was in die tijd een gebeurtenis van de eerste orde. Na eerdere vruchteloze pogingen, onder leiding van Frederik Hendriks voorganger en halfbroer prins Maurits, lukte het de 'Stedendwinger' wél om de onoverwinnelijk geachte vestingstad 's-Hertogenbosch te veroveren. Zijn strijdmacht bestond uit 24.000 man voetvolk en ruim 5.000 ruiters. Rondom 's-Hertogenbosch liet Frederik Hendrik twee linies (aaneengesloten dijken, landwegen, verhogingen) bouwen door ruim 4.000 Hollandse boeren. Eerst werd de circumvallatielinie op circa 1,5 km van de stad ingericht. Met als doel: bevoorrading en ontzet van de belegerde vesting tegen te gaan. Deze linie was ongeveer 45 km (11 uur gaans) lang, en werd versterkt door grote schansen, redoutes, hoornwerken, halfbastions, grachten en batterijen. Daarna werd een contravallatielinie aangelegd op 500 meter van de stadsmuren, met als doel de vesting in te sluiten en uitvallen te weerstaan. Deze linie was circa 11 km lang. Met behulp van ter plaatse in het veld gemonteerde rosmolens werd de inundatie (onderwaterzetting) van de omgeving van Den Bosch bedwongen. Met een mijn werd op 11 september 1629 een grote bres geslagen in Bastion Vught, drie dagen later volgde de capitulatie. De dichter Joost van den Vondel bedacht later de bijnaam 'Moerasdraak' voor onze stad in zijn lofdicht op Fredrik Hendrik. Bosschenaren van toen zullen hierover heel anders gedacht hebben. | 11 |
De naam Frederik Hendrik is onlosmakelijk verbonden met de gebeurtenissen uit 1629: de verovering van 's-Hertogenbosch door Staatse troepen onder leiding van deze stadhouder. Frederik Hendrik werd in 1584 geboren, een half jaar voordat zijn vader, Willem I de Zwijger, in Delft doodgeschoten zou worden. Het was in het midden van de Opstand, de strijd tegen Spanje voor de onafhankelijke Nederlanden. Gezien de tijdsomstandigheden lag het voor de hand dat Frederik Hendrik een militaire opvoeding zou krijgen, evenals dat met zijn halfbroer Maurits het geval was geweest. Maurits was in 1584 al stadhouder en kapitein-generaal van Holland en Zeeland geworden. In feite was hij de opvolger van zijn vader als leider van de Opstand.
Op zeer jeugdige leeftijd, in 1593, werd Frederik Hendrik tot kolonel in het leger benoemd. Zijn opvoeding was echter nog niet voltooid. Daarvoor zou hij nog enige jaren naar Frankrijk gaan. In 1600 was hij al weer terug in De Nederlanden.
In 1625, toen Maurits doodziek te bed lag, is Frederik Hendrik getrouwd met Amalia van Solms. Dit huwelijk werd bijzonder nuttig geoordeeld: Maurits was vrijgezel en de dynastie zou moeten worden voortgezet. In dezelfde maand toen Frederik Hendrik op 41-jarige leeftijd in het huwelijk trad, overleed zijn halfbroer Maurits en hij volgde hem op als stadhouder en kapitein-generaal van Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland en Overijssel. Hij was de nieuwe leider van de Opstand geworden.
Wat Maurits tweemaal, zonder succes geprobeerd had, zou Frederik Hendrik óók proberen: de onoverwinnelijk geachte stad 's-Hertogenbosch veroveren. De strijd tegen Spanje was na afloop van het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) weer opgelaaid. In september 1628 veroverde Piet Hein zijn bekende Zilvervloot. Toen in december van dat jaar deze oorlogsbuit de haven van Amsterdam binnenkwam, lag de bestemming van de buit voor de hand: daarmee moest 's-Hertogenbosch, het Rome van het noorden, veroverd worden.
De winter 1628/1629 werd gebruikt voor verdere voorbereidingen. Op 30 april verschenen daadwerkelijk de eerste van de circa 25.000 Staatse soldaten voor de stad. Ruim 4000 Hollandse boeren volgden en legden een grote dijk aan rond de stad om het water weg te leiden. Dat lukte. Na een beleg van ruim vier maanden nadat er een bres in de stadsmuur was geslagen, volgden tussen 11 en 14 september onderhandelingen. Deze leidden tot de capitulatie van de stad op 14 september. Het Bossche garnizoen mocht vertrekken, de priesters en fraters moesten de stad verlaten. Op 17 september maakte Frederik Hendrik zijn intocht en luisterde in de Sint-Jan naar psalmen. Deze zouden er blijven klinken tot het begin van de 19e eeuw, toen de kerk weer in katholieke handen terugkeerde.
Frederik Hendrik, onder andere door zijn Bossche overwinning De Stedendwinger genaamd, werd geëerd met een straatnaam in de wijk De Muntel, hoewel de Bosschenaren zijn komst, drie eeuwen eerder, zeker niet op prijs zullen hebben gesteld.
|
1986 |
Henny MolhuysenStraat en naam : Frederik HendriklaanBrabants Dagblad donderdag 28 augustus 1986 (foto) |
1943 | J.A. van Heel (groenten en fruithandelaar) |
1943 | L.H.M. van Gaalen (filiaal-chef) |
1943 | J.A.H. Herrings (hoofdcomm. ter secret.) |
1943 | J.H.A. Sluijters (depôthouder A.P.C.) |
1943 | C. Groenendijk (agent van pol. en onbez. rijksveldw.) |
1943 | P.C. van Dongen |
1943 | A.D. van Luipen (reclame chef) |
1943 | Th.B.J. Jansen (winkelbediende) |
1943 | E.J.J. Moerenhout (kantoorbediende) |
1943 | H.J.B. Lucas (ambt. P.N.E.M.) |
1943 | A.J.A. Mulder (reclame-teekenaar en ontw. P.N.E.M.) - B.H. Mulder (tech. ambt. Gem. Werken) - J.M.C. Mulder (typiste Prov. Griffie) |
1943 | A.H. Wouters (leeraar K.T.A.) |
1943 | J.H. Otte (teekenaar kadaster) |
1943 | G. de Bruijn (slager) - J. Dingen (kruidenier) - "Timmer, R. (handel in koloniale waren", " sigaren, sigaretten, tabak)" - R. Timmer (winkelier) |
1943 | A.A.Fr. ten Dam (naaimachines) |
1943 | G.J.A. Blom (bouwk. opz.) - R.J. Schippers (kleermaker) |
1943 | J.C. Everaers (onderwijzer) |
1943 | Th. Krans (adj. commies P.T.T.) |
1943 | Th.B. Bosman (ass. bedrijfsleider) |
1943 | M.W.C. van Oirschot (teeken. klerk bouw- en woningtoez.) - J.M. Sidler (stucadoor) |
1943 | G. Vos (insp. 1e kl. van politie) |
1943 | P.J. Laghuwitz (vertegenw., op wachtgeld) |
1943 | A.J.M. de Coster (kantoorbed. N.V. V.E.T.A.) - C.G.M. de Coster (kantoorbediende) - Ch.M.A. de Coster - G.G.M. de Coster (kantoorbediende) |
1943 | H.A.M. Koppens (klerk Gem. secretarie) - H.J.W. Koppens |
1943 | J.A. van den Dungen (handelsagent) - Th.J. van den Dungen (kantoorbediende) - M.J.A. Verlouw (kantoorbediende) |
1943 | A.S. Montffoort (leeraar K.T.A.) |
1943 | A.A.F. van der Heijden (adj. comm. Prov. Griffie) |
1943 | A.G.A. van Muijen (boekhouder) |
1943 | E.H. de Kanter-van Gestel |
1943 | A.T.R. Vogelaar (onderwijzer) |
1943 | H.G.P.J. Schute (ambt. godshuizen) |
1943 | J.C.H. Braam (ambtenaar P.N.E.M.) |
1943 | J.M.J. Cornelissen (adj. comm. Prov. Griffie) |
1943 | K. Hameka (procuratiehouder Amsterdamse Bank) - M.R. Hameka (kantoorjuffrouw) |
1943 | P.H.M. van Wouden (bankbeambte) |
1943 | A. Prins (filiaalchef) |
1943 | D.M.P. van Drunen (kantoorbediende Vr. & Dr.) - J.W.G. van Drunen (electro-techniker) |
1943 | L.J.M. Jamin (rijkstelegrafist 1e kl.) - A.E. Jamin-Eerhart |
1943 | N.J.P. Lommers (kantoorbediende) - Th.J. Lommers (conducteur P.T.T.) |
1943 | L.J.P.A. Ebben (winkelbediende) |
1943 | A. Bodemeijer (adj. commies) |
1943 | P. Nap (opz. teekenaar) |
1943 | H.R.A. Hegge (bedrijfsl. levensm. ind.) |
1943 | P.G. van Berge (vertegenw.) |
1943 | J.C.J.H. Ex (comm. posterijen) - J.D.J. Ex (kantoorbediende) - L.M.S. Ex (kantoorbediende) |
1943 | A.J.M. van den Hoeven (chef de bureau) |
1943 | A. Benink (boekhouder) |
1943 | H. van der Goot (onderwijzeres) - J.W. Pieters (onderwijzer) - E.M. Scholten (steno-typiste) |
1943 | G.W. Franken (machinist) - wed. N. Spronk-v.d. Molen |
1943 | L.A. Jacobus meergen. van der Zande (adj. off. wielrijders) |
1943 | W.A. Gieling (adj. comm. P.T.T.) |
1943 | P.F.R.J. van Meerwijk (distillateur) |
1943 | H.J.A.M. de Rooij (koopman) |
1943 | F. van Loon (winkelchef) |
1943 | C. Sidler (vertegenw. gedistilleerd) - C.C.J. Sidler (tijdelijk ontv. bij de bel.) |
1943 | F.J. van de Hulsbeek (adj. comm. D.B.) |
1943 | J. Boudewijns (bouwteekenaar) |
1943 | F.F.G. Scheefhals (bur. ambt. ter secret.) |
1943 | Crebolder meergen. Krijbolder (reiziger in rijwiel- en motorb.) |
1943 | H. Burgers (voerman-schilder) |
1943 | W.H.M.M. van den Hoek (autohandelaar) |
1943 | A.H. Kamps (chef kok) |
1943 | Th.W.J. Moerings (bedrijfsleider) |
1943 | B.H.S. Kleinrouweler (electro techniker) |
1943 | H.A.G. Floris (grossier in levensmiddeen) |
1943 | H.J.N. Lentz (adj. commies) - L.J. Lentz |
1943 | C.A. de Gier |
1943 | J.W. Cleijne (rijksrechercheur) |
1943 | B.H.J.M. van Son (adj. commies Rijksarchief) |
1943 | A.C.M. Tax (glas in loodbewerker) - L.W.J. Tax (huisschilder) |
1943 | M. Heesbeen (adj. comm. P.T.T.) |
1943 | A.W.M. Asperen (schrijfster Raad van Arbeid) - A.W.M. van Asperen (ambt. Godshuizen) - L.W.J. van Asperen (archiefbediende) - wed. A. van Asperen-van de Leemput |
1943 | J. Jens (kantoorbed.) |
1943 | L.B.C.M. Verkuijl (depôtchef-administrateur) |
1943 | M.Th.A.M. Janssen |
1943 | P.H.J. Bettonvil (bureelchef) |
1943 | v.d. H.A.J. Sande (administr. K.T.A.) |
1943 | J.L. op den Kamp (ambt. P.N.E.M.) |
1943 | C.J.H.H. Burgers (verzekeringsinspecteur) |
5212 BA 1.. 37 5212 BB 39.. 67 5212 BC 69..117 5212 BD 119..145 5212 BE 2.. 28 5212 BG 30.. 84 5212 BH 86..112 5212 BJ 114..140